Ingrediënten

Aan de slag

Week voor de ganache de gelatine in koud water. Hak de chocolade in stukjes (of gebruik callets).

Snijd de boter in kleine blokjes. Zet een pan met water op het vuur en breng tegen de kook. Doe de chocolade in een kom die precies op de pan past. Plaats de kom op de pan en laat de chocolade voorzichtig smelten. Zorg dat er geen stoom bij de chocolade komt!

Doe de slagroom in een steelpan en breng aan de kook. Knijp de geweekte gelatine uit en los op in de hete slagroom.

Roer met behulp van een handmixer beetje bij beetje de hete slagroom door de, volledig gesmolten, chocolade. Je zult zien dat de chocolade dikker wordt, maar dit is niet erg.

Voeg in drie delen de Schrobbelèr en de boter toe terwijl je voorzichtig blij ft mixen. Neem de kom van het vuur zodra alles goed gemengd is en dek af met folie. Laat ongeveer 12 uur opstijven in de koelkast.

Klop de volgende dag kort door met de handmixer zodat het wat luchtiger wordt. Klop vooral niet te lang, de ganache zal dan gaan schift en. Schep de ganache in een spuitzak met een glad mondje en houd apart.

De echte kruikenmacarons zijn natuurlijk oranje en groen, daarom maak je onderstaand recept eerst met de oranje kleurstof en vervolgens nog een keer met groene kleurstof. Let heel goed op de hoeveelheden die hiernaast genoemd worden en blijf dit afwegen!

Roer in een kom het amandelpoeder, de poedersuiker en 40 gram eiwit met een beetje oranje poederkleurstof met de hand stevig door tot je een egale deegbal hebt die de gewenste oranje kleur heeft.

Verwarm 133 gram kristalsuiker met het water en laat, zonder roeren, koken tot een suikerstroop ontstaat met fijne belletjes. Steek een keukenthermometer in de stroop en laat zachtjes koken tot het 110 °C is geworden.

Klop op dat moment in een planeetmenger of met de handmixer 40 gram eiwit volledig stijf. Voeg in twee gedeeltes 10 gram kristalsuiker aan het eiwitschuim toe en klop nog even door. Hierdoor krijg je een nog steviger schuim. Laat de suikerstroop ondertussen verder koken tot 120 °C.

Voeg, al kloppende, in een dun straaltje de gloeiendhete suikerstroop voorzichtig toe aan het eiwit. Blijf kloppen tot het eiwit is afgekoeld naar ongeveer 35 °C. Spatel een gedeelte van het opgeklopte eiwit door de oranje ‘deegbal’ zodat deze iets zachter wordt en spatel vervolgens heel voorzichtig de rest van het eiwit er doorheen. Zorg ervoor dat het geheel wel luchtig blijft.
Zodra je met een lepel een streep door het mengsel kunt trekken en het rustig terugvloeit tot één geheel, is je macaronbeslag goed.

Schep het beslag in een spuitzak met een glad spuitmondje en spuit niet te grote dotjes op een bakmatje (of op bakpapier) die op een bakplaat ligt.

Verwarm de oven voor op 130 °C. Plaats de macarons in de oven en bak ongeveer 12-15 minuten. Heb je ze op een bakmatje gespoten, dan hebben ze net iets langer nodig. Hoe lang de macarons exact nodig hebben, is afhankelijk van je oven. Controleer na ongeveer 12 minuten de macarons; komen ze los van het papier als je ze oppakt, dan zijn ze goed. Zo niet, laat ze dan nog iets langer
bakken.

Neem uit de oven en laat afkoelen. Eenmaal afgekoeld, komen de macarons gemakkelijker los van het papier of het matje. Maak nu op dezelfde manier als hierboven beschreven de groene macarons.

Zoek telkens twee schelpen bij elkaar die ongeveer even groot zijn, een groene en een oranje. Spuit een mooi dotje van de ganache op één helft en druk er met een draaiende beweging de andere schelp op. Op die manier verspreid de ganache zich mooi naar de zijkant.

Voilà, je macarons zijn klaar. Schenk een lekker glaasje Schrobbelèr in en geniet van je vakmanschap.

Eet smakelijk!